Tholen - Met ingang van 1 januari gingen de leden van Van Nature enBest of Four verder als Oxin Growers. Waar fusiegesprekken eerder afhaakten op het commerciële model, krijgen telers nu meerdere keuzes voorgeschoteld.
“De markt zal uiteindelijk bepalen welk model het beste werkt. We gaan in elk geval niet pushen om er zo snel mogelijk een eenheidsworst van te maken, maar willen in geleidelijkheid samensmelten”, vertelden commercieel directeur Ton van Dalen en bestuurslid John van Heijningen medio maart.
Foto rechts: Ton van Dalen
Allereerst Oxin, waar staat dat voor?
Ton: Oxin staat voor groei. Letterlijk, want Oxin is afgeleid van het woord ‘auxine’. Dit is een plantenhormoon dat een groot aantal groeimechanismen aanstuurt. Zo bevordert auxine het ontstaan van de wortels, stuurt het de groeirichting en stimuleert het de groei van vruchten. We vonden dit beeld van meesterregelaar prima passen bij onze telerscoöperatie, waarvan de leden dagelijks aan de groei van groenten en fruit werken en de coöperatie aan de groei van de organisatie als geheel.
Al in de zomer van 2015 stelden beide besturen een fusie voor. Waarom lukte het toen niet en nu wel?
Ton: We waren destijds heel ver in de besprekingen, maar konden het over één commercieel punt niet eens worden. Dat was toen de reden om de fusiebesprekingen te stoppen.
John: Je moet dat ook een beetje in de tijdsgeest zien. Het McKinsey-rapport was net gepubliceerd, FVO was opgericht en er was een grote druk van buitenaf om samen te werken. Maar ieder had zijn commerciële model en wilde zijn ziel niet verliezen in de fusiestrijd. Deze keer hebben we het fusietraject simpeler gehouden. Door meerdere commerciële mogelijkheden aan te bieden, geven we niet zelf het antwoord, maar laten we de markt zelf zijn werk doen.
Foto rechts: Bestuurslid Oxin Growers John van Heijningen
Ton: Het voordeel van de eerdere fusiebesprekingen was wel dat we elkaar door en door kenden, veel zaken waren al uitgewerkt op papier. Hierdoor konden we ook heel snel schakelen. In mei zijn de gesprekken gestart, in september lag er een voorstel naar de leden en zo konden we in januari van start gaan.
John: Het verschil tussen toen en nu is ook dat we destijds geen voorstel aan de leden hebben voorgelegd. Nu lag er vanuit beide besturen een voorstel dat iedereen zag zitten. We hebben de leden ook meegenomen in elke stap van het proces en hebben maximaal gecommuniceerd. Het was dan ook geen grote verrassing meer wat de uitkomst op 11 september zou worden. Deze viel uiteindelijk bijna unaniem uit.
Wat zorgde ervoor dat er een match was tussen beide clubs?
Ton: Het DNA van beide verenigingen leek op elkaar. Beide verenigingen waren actief in glasgroenten en vollegrondsgroenten. Best of Four daarnaast ook in het fruit. Uiteindelijk wil je je leden een zo goed mogelijk pakket aanbieden om de juiste weg te volgen van producent naar consument.
We bieden alle mogelijke verkooploketten aan om ons product zo goed mogelijk in de markt te zetten. En als je groter bent, kun je dat beter organiseren. Samenwerken zat al in de genen, want uiteindelijk komt Oxin voort uit zes verschillende verenigingen.
Uit welke afzetmodellen kan de Oxin-teler nu kiezen?
John: Zoals bekend werkte Van Nature voorheen met exclusieve handelspartners. Binnen de voormalige Van Nature leden was er vraag om rechtstreeks de afnemer te bedienen. We bieden onze leden nog altijd de keuze om hun product binnen het collectief van de handelshuizen Scherpenhuizen, Levarht en Combilo af te zetten of één op één naar een handelshuis. Haluco heeft daar bijvoorbeeld een andere keuze in gemaakt dan de andere drie handelspartners.
Ook de Best of Four-telers hadden meerdere opties bij hun afzet, zoals het rechtstreeks bedienen van de retail of handel. Die smaken zijn toegevoegd aan het keuzemodel voor de telers, waardoor er wel vijf of zes verschillende modellen mogelijk zijn. Je ziet dat er telers zijn die hun stip aan de horizon bepaald hebben en voor een vaste prijs hun product willen afzetten bij een vaste handelaar. Anderen kiezen ervoor om maximaal ontzorgd te worden en kiezen voor een collectieve middenprijs.
Ton: We hebben 34 productgroepen en denken ook daarom dat als we vast zouden houden aan één model dat het afbreuk zou doen aan de vereniging die we nu zijn. De markt zal uiteindelijk bepalen welk model het beste werkt. We gaan in elk geval niet pushen om er zo snel mogelijk een eenheidsworst van te maken. Onze handelshuizen zijn ook hevig aan het zoeken naar een model hoe zij zich kunnen inrichten. Wij willen meer invloed. Nu krijgen we veel meer afzethuizen en daarmee meer mogelijkheden om de handel bij de consument te krijgen.
Oxin Growers op Fruit Logistica 2020
Best of Four had het digitale handelsplatform Heldere Handel. Zijn hier nog plannen mee?
Ton: We zagen destijds kansen met Heldere Handel omdat we vonden dat er veel verkoop via bemiddeling plaatsvond en er meer ruimte was voor de daghandel. De kunst is echter wel om naast een interessant aanbod ook voldoende kopers aan je te binden. We hebben hier ook met andere afzetorganisaties over gesproken, maar uiteindelijk bleek het toch moeilijk om dit platform actief te houden. Vandaar dat we het nu op een plank hebben liggen en als het ter sprake komt, kunnen we het zo weer optuigen.
Zoeken jullie ook nog verdere groei in het telersaantal?
John: Voorlopig niet, eerst willen we zorgen dat de organisatie zich settelt en verder professionaliseert. Je ziet ook dat het aantal verschuivingen binnen telersverenigingen wat is gestabiliseerd. Men gaat niet meer in groten getale over naar een andere club, maar er is een bepaalde rust in de markt gekomen.
Ook bij onze vereniging zijn de wijzigingen dit jaar beperkt gebleven. We hadden enkele bedrijfsbeëindigingen, een aantal hebben gekozen zelfstandig verder te gaan en we hadden een paar intreders, maar dat is allemaal heel beperkt gebleven. In het verleden zag je dat er door verenigingen heel fors ingezet werd op acquisitie, nu wordt veel meer de verbinding gezocht en dat is een goede ontwikkeling. Telers moeten in Nederland ook de keuze hebben om voor een afzetcoöperatie te kiezen.
Hebben jullie ook telers in het buitenland en zoeken jullie daar nog uitbreiding?
Ton: We hebben enkele Belgische telers als lid, maar dat is qua afstand bijna geen buitenland. We zullen het niet tegenhouden als er meer Belgische telers willen aansluiten, maar we zoeken het niet verder weg. Ik verwacht niet dat de komende jaren een paar telers uit Zuid-Frankrijk of Spanje zullen aansluiten. Ook in het kader van de GMO-erkenning zitten daar nog wel wat haken en ogen aan.
Zijn er nog producten die nu wellicht onderbelicht zijn in het assortiment en die jullie graag toe willen voegen?
John: Op dit moment is dat niet aan de orde, maar als er vraag uit de markt komt naar andere producten, dan zullen we zeker kijken hoe we dit binnen onze eigen telersgroep of daarbuiten kunnen invullen. We hebben ook fulltime iemand op product- en conceptontwikkeling zitten, die contacten onderhoudt van veredelingsbedrijven tot supermarkten om te komen tot nieuwe introducties op de markt.
Jullie zijn in één klap de grootste telersvereniging van Nederland. Welke verantwoordelijkheid brengt dat met zich mee?
John: Aan organisatie en bestuur worden andere eisen gesteld. Daarom hebben we geïnvesteerd op directieniveau, maar ook van ons als bestuur wordt meer verwacht dan in het verleden. Zo hebben tegenwoordig alle negen bestuursleden - een bedrijfsonderdeel in onze portefeuille.
Ton: Een onderdeel als belangenbehartiging wordt binnen telersverenigingen nog weleens onderschat, maar wordt mijns inziens steeds belangrijker. Je merkt dat de buitenwereld steeds meer vragen aan de sector gaat stellen op het gebied van gewasbeschermingsmiddelen, energietransitie, voedselveiligheid en certificeringen. Het is belangrijk om daar als sector een stevige bijdrage aan te leveren, want voordat je het weet wordt er alleen over je gepraat.
Het bestuur van de nieuwe coöperatie is samengesteld uit de voormalige bestuurders van de twee coöperaties. Jan Oosterom van Best of Four is voorzitter, daarbij ondersteund door vier bestuurders van Van Nature en vier van Best of Four. V.l.n.r. Jan Oosterom, Ton van Dalen, Aad Sonneveld en Hans Prins.
Hoe belangrijk of spannend was de GMO-erkenning voor Oxin Growers?
Ton: Lastig was dat niet, want als Best of Four waren we al GMO-erkend en die juridische entiteit kreeg gewoon een vervolg. De uitdaging was vooral om de voormalige Van Nature telers in te passen in de GMO-erkende projecten van het operationele programma. Maar we zijn er blij mee dat het ingediende operationeel plan zonder al te veel wijzigingen is goedgekeurd.
John: Wat wel belangrijk is om te melden dat ook Van Nature een GMO-erkende coöperatie was. Alleen hadden wij het afgelopen jaar geen operationeel plan ingediend zoals meer verenigingen. Je ziet dat het hele sentiment rond de GMO-erkenningen toch wel weer aan het veranderen is. Er is een tijd geweest dat de overheid geen enkel risico wilde lopen en alle wetgeving tot de letter van de wet uitvoerde, terwijl er nauwelijks gesprek over mogelijk was met de sector. Dit leverde zoveel controledruk, administratieve last en bracht risico’s met zich mee dat veel coöperaties besloten af te zien van GMO. Nu wordt het gesprek wel meer gevoerd en zie je dat er mogelijkheden ontstaan.
Wij gebruiken de GMO-gelden onder meer voor projecten om de bedrijven te verduurzamen, om het gebruik van fossiele brandstoffen te reduceren en andere manieren van verkoop te stimuleren, waaronder fruit op het werk. Daarnaast blijven wij het gebruik van biologische gewasbescherming stimuleren.
De anti-plasticdiscussie viert hoogtij. Hoe staan jullie daar als Oxin Growers in?
Ton: Als Oxin Growers willen we graag een bijdrage leveren aan het milieu door te werken met duurzame verpakkingen en werken we er ook aan om het plasticgebruik te verminderen. Anderzijds laten we ons ook niet gek maken door de hype die momenteel aan de gang is. Het plastic heeft namelijk ook een functie in de keten vanwege de versheid, voedselveiligheid en als informatiedrager.
Een aantal jaren geleden was het crisis in de Nederlandse tuinbouw. De storm lijkt nu wat geluwd (al kwam na het stellen van deze vraag corona voorbij red.) Hoe kijken jullie hier tegenaan?
John: Een aantal jaren geleden liep het in geen enkel product goed. De financiële wereld had toen een groot probleem, want zij zagen hun investeringen en zekerheden verdampen. Zolang er nog een aantal producten zijn die wel winstgevend zijn, dan kan een ander product nog wat opvangen. Dat was toen niet meer het geval en is echt een noodsignaal geweest.
Ton: De afgelopen jaren is het in zijn algemeenheid in veel producten beter gegaan. Toch blijf ik zeggen dat de marges flinterdun zijn als je ziet wat de maatschappij van ons vraagt en hoe groot de risico’s zijn. Dat geldt overigens zowel voor telers als voor de handel. Men heeft de mond vol van verduurzaming, maar eigenlijk zouden de telers een gegarandeerde verduurzamingsfee moeten krijgen. Nu worden de kosten voor verduurzamingsmaatregelen veelal bij de teler gelegd. Dat is niet vol te houden.
Wat zijn jullie grootste bedreigingen?
Ton: Ik maak me toch wel zorgen om de leeftijd en bedrijfsopvolging van een deel van ons ledenbestand. Ik hoop dat we ook de volgende generatie weten te enthousiasmeren voor een baan in de tuinbouw. We gaan daar als coöperatie in elk geval onze best voor doen.
John: Als teler maak ik me bovendien zorgen over de virusdruk. Nu is het weer even allemaal coronavirus wat de klok slaat, maar ook het ToBRFV-virus heeft forse impact op de tomatensector. Onlangs werd bekend dat het een partij uit Peru geïmporteerd tomatenzaad betrof, maar ik vraag me af wat ons nog allemaal te wachten staat. Studieclubs volgen we tegenwoordig zelfs al digitaal.
Waarin kun je je als Oxin Growers onderscheiden?
John: De afzetmogelijkheden zijn een belangrijke meerwaarde. We bieden onze telers afzetzekerheid en bedienen ze van markt- en prijsinformatie. Verder dragen we voor de telers die dat willen zorg voor een stuk gezamenlijke inkoop. Dat is voortgezet vanuit Van Nature, waar zo’n twee derde van de telers er gebruik van maakte.
Voor veel telers werkt dit naar tevredenheid. Vaak is de primaire reactie bij de inkoop al snel dat iets te duur is, maar vanuit de centrale inkoop kies je toch voor een wat meer onderbouwde keuze voor de lange termijn.
Ton: Verder is de schaalgrootte inmiddels wel een kracht van ons. We zijn een grote, maar wel een heel flexibele club. We zijn nog een echte telerscoöperatie en laten de leden zelf ondernemen op hun bedrijven.
Dit artikel verscheen eerder in editie 3, 34e jaargang van Primeur. Zie hiervoor www.agfprimeur.nl.
Voor meer informatie:
Oxin Growers
www.oxingrowers.nl